Aangezien veel ondernemingen in moeilijkheden uiteindelijk "failliet" gaan bij gebrek aan financiering, vooral omdat dit meestal te wijten is aan de uitputting van hun eigen middelen, was het wenselijk mechanismen te vinden om hun schatkist te spekken. In die zin verleent de nieuwe OHADA-wet inzake collectieve procedures een bevoorrechte status aan "nieuw geld"-verschaffers. Op die manier wil zij de financiering van ondernemingen in moeilijkheden bevorderen. Hoewel de innovatie van de OHADA-wetgever prijzenswaardig is, lijkt het corpus van rechtsregels dat de bescherming van schuldeisers met "nieuw geld" regelt, inconsistent. De wettelijke regeling van de schuldeisers van het "nieuwe geld" in de OHADA-wetgeving zal immers worden geconfronteerd met een onnauwkeurig toepassingsgebied en met de moeilijke en beperkte toepassing van het voorrecht van "nieuw geld". De auteur van dit boek heeft gekozen voor een kritische en prospectieve benadering van deze vernieuwing in het OHADA-recht. Dit werk is er dan ook op gericht de tekortkomingen van de tekst aan het licht te brengen en oplossingen voor te stellen.