Het boek concentreert zich op de periode 1990-1995 in de Nigeriaanse politiek, die synoniem blijft met abrupte militaire staatsgrepen, een 'mislukte Derde Republiek' en de politieke ontmaskering van het veiligheidsdiscours voor de tegenstanders van Nigeria's 'khakistocratie'-geleide heerschappij, "...[waardoor] de Nigerianen worden veroordeeld tot schijnbaar eeuwigdurende doelloosheid, zonder zich te bekommeren om de klonterige onderwerping aan een nog stevigere neokoloniale greep "1. In dit werk zullen vooral twee ongelijksoortige, zij het met elkaar verbonden theorieën worden onderzocht, waarbij de eerste (1) structureel-marxistische focus van het 'interne kolonialisme', afgeleid van de afhankelijkheidstheorie, en de tweede (2) agency-georiënteerde focus van de 'extraversie'-theorie worden gebruikt om het ontstaan van de Niger Delta-crises te evalueren. De studie zal ook de nadruk leggen op een "top-down" regeringskader van de crises ter ondersteuning van de laaggeplaatste studielaag die zich concentreert op het strategische en dwingende kader van "extra-olie"-conflicten in de "olierivieren" van Nigeria.