Bij baby's en kinderen met ontwikkelingsdysplasie van de heup (DDH) is het heupgewricht niet normaal gevormd. De kogel zit los in de koker en kan gemakkelijk uit de weg geruimd worden. De totale frequentie van DDH wordt meestal gerapporteerd als ongeveer 1 geval per 1000 personen. Risicofactoren voor heupdysplasie zijn o.a. familiegeschiedenis, bepaalde opzwadelingspraktijken en stuitligging, vrouwelijk geslacht, zijnde het eerstgeboren kind. Vroege diagnose is het meest cruciale aspect van de behandeling van kinderen met DDH. Het gebruik van ultrasonografie en andere diagnostische beeldvormingsmodaliteiten en de implementatie van verbeterde onderwijsprogramma's zal waarschijnlijk het aantal kinderen met DDH dat te laat wordt gediagnosticeerd, verminderen.