Het werk beoogt de juridische en leerstellige noodzaak vast te stellen om de rechtsfiguur van de persoonlijke kennisgeving te herstellen met de zin in tegenstelling tot art. 361-2do. paragraaf van het wetboek van strafvordering, gewijzigd bij wet 1173, die voorziet in de kennisgeving van het vonnis aan de partijen in de digitale brievenbus in geval van niet-verschijning op de terechtzitting van de voorlezing van het vonnis; om de verdediging van de beschuldigde te waarborgen, het recht van toegang tot de rechter van de particuliere vervolging en/of belanghebbende derden, zodat zij een adjectieve actie kunnen uitoefenen die volgens hun criteria is vrijgegeven en, op zijn beurt, de gerechtelijke autoriteit ervoor kan zorgen dat een dergelijke resolutie bekend is bij de justitiabelen in volledige uitoefening, in een effectieve rechterlijke bescherming. Er zijn voldoende redenen om de persoonlijke kennisgeving aan te passen aan de zin in de Boliviaanse wetgeving, teneinde de grondwettelijke beginselen, rechten en waarborgen en die welke door het Plurinationale Grondwettelijke Tribunaal van Bolivia zijn ontwikkeld, te waarborgen. Het pleit voor de instandhouding van art. 163-num.3) 2e en 3e alinea van het Wetboek van Strafvordering.