De monografie is gebaseerd op de analyse van de historische en theoretische voorwaarden van het klassieke concept van vooruitgang van de wetenschap, alsmede van de filosofische en wetenschappelijke grondslagen van de moderne herinterpretatie van de klassieke instellingen en onthult de logica van de vorming van het progressivisme. De auteurs werken een conceptueel kader uit dat een perspectivische overwinning van het relativisme in de moderne wetenschapsfilosofie impliceert; zij belichten de betekenis en de doelgerichte oriëntatie van de vooruitgang in het filosofisch en wetenschappelijk onderzoek in het algemeen. De monografie is bestemd voor specialisten op het gebied van de wetenschapsfilosofie, de sociale filosofie, de filosofie van het onderwijs en allen die geïnteresseerd zijn in de grondslagen van de ontwikkeling van wetenschap en filosofie.