De studie van het verschijnsel elites in het kader van de federale betrekkingen wordt bepaald door het feit dat hun structuur en grondwettelijke beginselen zich hebben ontwikkeld in de periode van de afbakening van de bevoegdheden tussen de federale, regionale en lokale machtsinstellingen, hetgeen heeft geleid tot de vorming van bepaalde soorten interacties tussen het centrum en de onderdanen, de samenstelling van de territoriale elites en de mechanismen van hun vorming. In het kader van het gepresenteerde werk heeft de auteur twee hypothesen ontwikkeld. Ten eerste impliceert het binnenlands federalisme het bestaan van drie hoofdmodellen van betrekkingen tussen de centrale en territoriale bestuursstructuren ("nationale republiek", "gemoderniseerde regio" en "achtergebleven regio"). Ten tweede bestaat er een directe correlatie tussen de positie van de elites die op plaatselijk niveau de macht in handen hebben en de modellen van federale betrekkingen die op deze terreinen worden gehanteerd. Om de bovenstaande veronderstellingen te toetsen, lijkt het redelijk om het voorbeeld te nemen van een aantal regio's van het Federaal District Wolga. Deze monografie zal van belang zijn voor docenten in de sociaal-humanitaire wetenschappen, postdoctorale studenten, studenten en specialisten op het gebied van staats- en