Deze studie is bedoeld om een kernvraag te beantwoorden: wat een vergelijking van de ervaringen van Angola en Mozambique kan bijdragen aan ons begrip van democratische overgangen, vooral in postkoloniaal Afrika? De objecten van het onderzoek zijn dus viervoudig. Ten eerste wil het onderzoek door middel van een vergelijking van de ervaringen van beide landen uitleggen hoe ze tot verschillende uitkomsten zijn gekomen vanuit vergelijkbare achtergrondcondities. Ten tweede beoordeelt het onderzoek de kracht en de zwakke punten van de heersende benaderingen van democratische transities, met name het dynamische model van Rustow. Ten derde wordt de mogelijkheid van democratische overgangen in arme en door conflicten geteisterde landen aangetoond. En ten vierde beweert het onderzoek dat het passend is om de mainstream politiek-wetenschappelijke benaderingen toe te passen op de analyse van de politiek in Afrika ten zuiden van de Sahara, een domein dat gewoonlijk is voorbehouden aan 'gebiedsstudies' waar de toepassing van deze benaderingen niet altijd verplicht is. Kortom, dit onderzoek stelt dat in sociaal en/of economisch achtergebleven landen en waar conflicten alomtegenwoordig zijn, democratische overgangen ook kunnen worden geconceptualiseerd als een mechanisme voor het oplossen van conflicten.