De reikwijdte van dit monografische werk is het analyseren van de constitutionele legitimiteit van het Openbaar Ministerie bij het uitvoeren van strafrechtelijke onderzoeken, dat wil zeggen, de vraag of de grondwet van 1988 dit orgaan de bevoegdheid geeft om in samenwerking met de gerechtelijke politie opsporingsonderzoeken uit te voeren. Het debat is controversieel en leidt tot talrijke discussies, zowel binnen de juridische gemeenschap als op sociaal en politiek gebied, aangezien de controverse gebaseerd is op het ontbreken van wettelijke en grondwettelijke bepalingen om een dergelijke toewijzing uit te oefenen en het argument van het monopolie van de gerechtelijke politie. Geconfronteerd met dit "warme" scenario is het de bedoeling om een confrontatie van doctrinaire en jurisprudentiële standpunten over dit onderwerp te benaderen.
Hinweis: Dieser Artikel kann nur an eine deutsche Lieferadresse ausgeliefert werden.
Hinweis: Dieser Artikel kann nur an eine deutsche Lieferadresse ausgeliefert werden.