Vies minuscules, een tekst met een sterk autobiografische inhoud, is op het eerste gezicht een gelegenheid om verlossing te schrijven voor zijn auteur. Deze korte verhalen vertellen over de machteloosheid van Michon tegenover een rijke taal die als Genade wordt omschreven. De autobiografische tekst is verborgen in acht biografieën die de verteller-verteller rechtstreeks of van horen zeggen heeft gekend: deze levens, zoals de auteur ze kwalificeert, zijn schijnbaar onbeduidend, miniem of zelfs middelmatig, maar de Michonische pen heeft getracht ze tot majuscules te verheffen en hun gebreken te corrigeren.Inderdaad, in het schrijverspatois valt een verliefdheid op een werk van verkenning van het verleden snel op. Hij gaat op zoek in het geheugen, in zijn eigen achtergrond naar datgene wat hem tot een heel subject en een groot man der Letteren zal maken. Het boek weerspiegelt ook een touwtrekkerij tussen een schaamte voor de afkomst en een sterk verlangen om het goed te maken, en een zoektocht naar literaire perfectie die een voorlopig antwoord vindt in deze uitwisseling tussen de twee ambities.