Dit boek, hoewel grotendeels autobiografisch, behandelt ook de heldendaden van veel van 's werelds grootste dirigenten die ooit hebben geleefd, zoals Victor de Sabata, Giulini, Koussevitky, Beecham, Karajan, en vele anderen. De menselijke natuur en de corruptie die de freelance wereld veroorzaakt, worden evenzeer aan de kaak gesteld. Veel amusante anekdotes die in een leven lang spelen in orkesten worden in dit boek ruimschoots verspreid. Ook sommige zaken van muzikale interpretatie en techniek zullen voor velen interessant zijn. De sterke muzikale opvattingen van de auteur kunnen enige geloofwaardigheid krijgen door de vele getuigenissen van grootheden als Sir Adrian Boult, Sir John Pritchard en vele anderen, die in de bijlage te vinden zijn.