In Japan is het team dat Engelse taallessen geeft sinds het einde van de jaren tachtig een groeiend fenomeen. Bij het teamonderwijs zijn meestal twee docenten betrokken: een Japanse leraar Engels met een universitaire graad in het Engels of onderwijs en een onderwijsbevoegdheid, en een assistent-leraar Engels die meestal een ongetrainde pas afgestudeerde academicus uit Groot-Brittannië, de Verenigde Staten of een ander land is, waarvan de burgers voornamelijk Engels als moedertaal hebben. Het doel van teamonderwijs is het verbeteren van de Engelse vaardigheden van Japanse studenten door een Engelstalige assistent in de klas te hebben als een model van de doeltaal. Deze assistenten zijn vaak populair bij studenten, hun ouders en bestuurders, in de eerste plaats omdat ze worden gezien als motivatie voor het leren van talen. Japanse leerkrachten kunnen assistenten ook waarderen, vooral als medewerkers waarmee de werklast kan worden gedeeld. Er zijn echter ook problemen die soms worden genegeerd in discussies op het niveau van het teamonderwijs. Dit boek beschrijft de oorsprong van het teamonderwijs in relatie tot de groei van het Engels als lingua franca.