Er werd een efficiënt protocol opgesteld voor in vitro vermeerdering van één bedreigde en één zeldzame medicinale plant, Gloriosa superba Linn. en Plumbago indica L. Voor scheutinductie in G. superba MS basaal medium, aangevuld met 4,0 mg/l BAP + 1,0 mg/l IAA was vereist, waarbij 92% cultuur scheuten produceerde met 4 scheuten per cultuur, respectievelijk, terwijl voor P. indica MS basaal medium met 0,5 mg/l BAP nodig was, waarbij 95% cultuur scheuten produceerde met 6 scheuten per cultuur. Voor de verdere ontwikkeling van het medium werden caseïnehydrolysaat (CH) (50-200mg\l), actieve kool (AC) (2g/l) en kokoswater (CW) (5-20%) individueel aan het medium toegevoegd, waardoor het aantal scheuten tot 12 en 14 per kweek steeg. In vitro opgekweekte scheuten die geworteld waren in een halfkrachtig MS-medium met auxine bleken soortspecifiek te zijn, namelijk 1,0 mg/l elk van IBA en IAA voor G. superba en 0,5 mg/l van IAA voor P. indica. Voor acclimatisatie en transplantatie werden de planten in de bewortelingskweekbuizen gedurende 7 dagen op normale kamertemperatuur gehouden.