Sinds het baanbrekende werk van Joseph Schumpeter (1939) wordt technologische innovatie beschouwd als de drijvende kracht achter de economische transformatie, omdat het de productiviteit van bedrijven en industrieën verhoogt en de economische groei en welvaart van landen versnelt. Toch vormt het vermogen van lage-inkomenslanden om te imiteren door simpelweg technologieën die door geavanceerde landen zijn ontwikkeld over te nemen en aan te passen een serieuze uitdaging voor de ontwikkelingsgemeenschap. Cirera X. en Maloney F. W. hebben deze mislukking "de innovatieparadox" genoemd (Wereldbank, 2017). Maar wat nog teleurstellender is, is het feit dat ondanks de alomtegenwoordigheid van een dergelijke mislukking, slechts enkele kaders voor capaciteitsopbouw in de literatuur te vinden zijn.