Transcriptionele interferentie is het gevolg van het bestaan van twee promotors en impliceert een rechtstreeks negatief effect van de ene transcriptionele activiteit op de tweede transcriptionele activiteit, bestaat als een integrerend deel van het genoom en vormt de basis voor de regulering van de genactiviteit. Het werd voor het eerst ontdekt in genen die de lytische of lysogene pathway van de matige colibloem 186 bepalen, waarbij de sterke lytische promotor de activiteit van de zwakke, convergent geplaatste, lysogene promotor verscheidene malen vermindert. Repressie van de lytische promotor voorkomt interferentie en zorgt zo voor de positieve autoregulatie die nodig is om een stabiele lysogene toestand te handhaven. Transcriptionele interferentie is wijdverbreid en is aangetoond voor vele organismen en genetische systemen, maar nooit voor restrictie-modificatiesystemen. Transcriptionele interferentie is het gevolg van het bestaan van twee promotors en impliceert een rechtstreeks negatief effect van de ene transcriptionele activiteit op de tweede transcriptionele activiteit, bestaat als een integrerend deel van het genoom en vormt de basis voor de regulering van de genactiviteit. Het werd voor het eerst ontdekt in genen die de lytische of lysogene pathway van de matige colibloem 186 bepalen, waarbij de sterke lytische promotor de activiteit van de zwakke, convergent geplaatste, lysogene promotor verscheidene malen vermindert. Repressie van de lytische promotor voorkomt interferentie en zorgt zo voor de positieve autoregulatie die nodig is om een stabiele lysogene toestand te handhaven. Transcriptionele interferentie is wijdverbreid en is aangetoond voor vele organismen en genetische systemen, maar nooit voor restrictie-modificatiesystemen.