Het boek is het eens met Zeleza (2004) die stelt dat geschriften en debatten over mensenrechten, democratie en conflict vaak lijden onder idealistische, legalistische, dualistische en etnocentrische analytische valkuilen. Idealistisch in die zin dat mensenrechten worden gereduceerd tot ideeën die zijn geabstraheerd uit de sociale realiteit van de geschiedenis, zodat ze worden gezien als de uitkomst van concepten niet van conflicten, inzichten niet van instigaties, filosofie niet van politiek. Legalistisch in die zin dat hun herkomst vooral gelegen is in de rechtbanken niet de cultuur, de procedure niet de praktijk, de retoriek niet de realiteit, de codes niet de contingentie. Dualistisch in die zin dat ze ofwel de burger- en politieke rechten polariseren ofwel prioriteren ten opzichte van economische en sociale rechten en vice versa. En etnocentrisch in die zin dat hun bron zich meestal in het Westen bevindt, zowel door de universalisten als door de relativisten. Het boek hanteert deze parameters om democratie, mensenrechten en conflicten in Afrika, Azië, het Arabisch Schiereiland en Zuid-Amerika te ondervragen en vergelijkt deze met de praktijken in het Westen.