De ziel van de mens? Een soulvolle man? Zieldragers? Er wordt gesproken over de geesteszieke. Psychologie en psychiatrie hebben echter de ziel uit hun jargon en encyclopedieën gehaald, ze praten alleen maar over de psyche. En een psyche wordt niet alleen aan mensen, maar ook aan dieren toegeschreven. En de kerk en de theologie? Ze gebruiken nog steeds de beroepstitel van dominee? Waar maakt ze zich zorgen over? De antwoorden onder pastoraal werkers zijn heel anders. Heeft de ziel, ooit geloofd als een speciale goddelijke plaats in de mens, haar meest intieme ruimte, waar ze in direct contact staat met haar God, haar tijd gediend en de kerk heeft haar ziel verloren? Sinds de Verlichting hebben de geesteswetenschappen, parallel aan de steeds sterker wordende natuurwetenschappen, gevraagd en onderzocht om een materiële ziel, om deze vervolgens geleidelijk aan over te laten aan de theologie voor een heroverweging als een onmeetbaar en dus oninteressant fenomeen. Is de ziel daarom slechts een fictie? We zullen zien! Dit boek is vertaald met Kunstmatige Intelligentie.