David Lynch zegt dat hij films maakt "om een wereld te scheppen en ermee te experimenteren". Met zijn serie Twin Peaks, (1990) overschrijdt Lynch de grenzen van de tegenstelling tussen het reële en het fantastische. Door de ketens van de logica te doorbreken, door bepaalde schakels van deze keten te doen vervagen en omgekeerd door andere schakels te overdrijven onthult Lynch, zonder trucs of speciale effecten, de aanwezigheid van een parallel universum, occult en bovennatuurlijk zonder dat dit ooit getoond hoeft te worden. De eerste beelden van de serie onthullen de voortdurende afwisseling tussen een werkelijkheid en haar omgekeerde spiegelbeeld. Alles begint met een gezicht in een spiegel: niets is waar, alles is een beeld, we betreden een wereld van verschijningen, bevolkt door exemplaren die de ware werkelijkheid ontrouw zijn. Lynch brengt twijfel in de meest triviale realiteit en gooit de dubbelganger in verwarring. "Het mengsel van waar en onwaar is enorm veel giftiger dan het pure onwaar. "Paul Valery.