Russische teksten vertelden bij wijze van uitzondering over voortdurende onrust en wantrouwen. Hun prestaties werden onvermijdelijk zowel in binnen- als buitenland gemeten. Het doel van dit onderzoek is de relatie tussen literatuur en recht te onderzoeken, met een bijzonder beroep op het idee dat de eerste onverbiddelijk de gebreken van de laatste aanvult. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de universele archetypen en mythen, omdat zij tegelijk de universele impact van dergelijke getuigenissen benadrukken, en aan de rol van de lezer als rechter, die als een tweede aandachtsgebied kan worden beschouwd. Dostojevski's Het huis van de doden en De Idioot, als twee sjablonen befaamd om hun wereldse deelname aan het blootleggen van de tekortkomingen van het wettelijke en strafrechtelijke systeem, werden gebruikt om de eerstgenoemde punten te benadrukken. Literaire theoretici en critici gaven uiting aan hun belangstelling voor de functionaliteit van literatuur op sociaal niveau door deze naast andere disciplines te plaatsen, namelijk de advocatuur. Vanaf dat moment werden processen, vonnissen en arresten op literair gebied ingevoerd, herzien en gecorrigeerd. Dit boek beoogt een vruchtbaar perspectief te scheppen dat arbitreert over de manieren waarop literatuur de wereld kan veranderen.