In dit boek is de interjaarlijkse variabiliteit van de Noordwest-Indiase winterneerslag (NWIWP) onderzocht. Er is vastgesteld dat de gelijktijdige relatie met ENSO en equatoriale SST in de Indische Oceaan is versterkt en dat de Noord-Atlantische Oscillatie (NAO) relatie in de afgelopen decennia is verzwakt. De convectieve opwarmingsanomalieën van de tropische atmosfeer als gevolg van de toegenomen SST ten opzichte van de equatoriale Stille Oceaan en de Indische Oceaan tijdens de overtollige NWIWP-jaren verhogen de gradiënt van de meridionale temperatuur, wat op zijn beurt de subtropische westelijke straalstroom intensiveert en verschuift naar lagere breedtegraden. De straalstroom boven Noord-India speelt een belangrijke rol bij het moduleren van het NWIWP. Terwijl de NAO het subtropische hoog boven de Noord-Atlantische Oceaan en aangrenzende gebieden intensiveert. Dit draagt bij aan de synoptische forcering die de trog boven de Kaspische Zee en daarmee het overtollige NWIWP helpt te ontwikkelen. Ook de gelijktijdige relatie tussen NWIWP en convectief maximum over warmpoolgebied verhoogt de seizoensgebonden voorspelbaarheid van NWIWP. Van de drie empirische seizoensgebonden voorspellingsmodellen die voor NWIWP zijn ontwikkeld, toonde het Artificial Neural Network model met 6 voorspellers een betere vaardigheid.