Na het einde van de Koude Oorlog hebben wetenschappers benadrukt dat het dringend noodzakelijk is om veranderingen in het buitenlands beleid beter te begrijpen, uit te leggen, erop te anticiperen en erop te reageren. Bipolariteit is vervangen door een multipolair machtsevenwicht en kleine staten hebben veel meer vrijheid gekregen om te beslissen over het wijzigen van hun buitenlands beleid. Dit werk verdeelt voor het eerst het Roemeense buitenlands beleid in de afgelopen halve eeuw in perioden van continuïteit en verandering. Het toont aan dat het Roemeense buitenlandse beleid sinds het einde van de jaren veertig een patroon heeft gevolgd waarbij de afhankelijkheid van de USSR is verschoven naar diversificatie, en vervolgens door het isolement is gegaan en uiteindelijk is overgegaan op de afhankelijkheid van het Westen (de EU en de NAVO). Bestaande onderzoeken naar veranderingen in het buitenlands beleid zijn vooral gericht op het buitenlands beleid van westerse democratische staten. Dit werk heeft daarentegen een toegevoegde waarde door zich te richten op een specifieke staat in Oost-Europa, een gebied van kleine in plaats van dominante of hegemonische staten, die in de context van uitbreidingsrondes van de EU dichter bij het centrum van het wetenschappelijke debat is komen te staan.