Dit boek gaat over verhalende voorstellingen van het verhaal van de gebroeders Mäín die in 1951 een zogenaamde 'verzetsgroep' tegen het communistische regime oprichtten en drie mensen vermoordden. Ze ontsnapten in 1953 uit Tsjecho-Slowakije, op weg naar West-Berlijn. Ondanks de jacht van meer dan 20.000 Oost-Duitse en Sovjettroepen kwamen de gebroeders Mäín samen met Milan Paumer veilig in West-Berlijn aan. Het boek analyseert een historisch boek en een roman uit het postcommunistische Tsjechië. Het onderzoekt ook twee verhalen over de gebroeders Mäín die in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw in het communistische Tsjecho-Slowakije werden geproduceerd. Terwijl de Mäíns in de verhalen die in het communistische Tsjecho-Slowakije zijn geproduceerd worden afgeschilderd als moordenaars, worden ze in de verhalen die na 1989 zijn gepubliceerd, afgeschilderd als vrijheidsstrijders. Dit boek analyseert deze narratieve voorstellingen vanuit een narratologisch oogpunt en beoordeelt hoe hun structuren zich verhouden tot de waarden, overtuigingen en meningen die zij uitdragen. De semiotische en narratologische benadering (Porter Abbott, Seymour Chatman) wordt gebruikt, evenals de hedendaagse kritische theorie (Roland Barthes, Theun A. van Dijk) en de theorie van de geschiedenis (Hayden White).
Hinweis: Dieser Artikel kann nur an eine deutsche Lieferadresse ausgeliefert werden.
Hinweis: Dieser Artikel kann nur an eine deutsche Lieferadresse ausgeliefert werden.