Als modernistische schrijvers zijn D.H. Lawrence en Virginia Woolf beide geïnteresseerd in de psychologie van individuen. Hoewel ze verschillen in hun manier van afbeelden, gebruiken ze natuurlijke beelden om de psychologie van de individuen af te beelden, wat kan worden gedefinieerd als hun romantische gevoeligheid voor de natuur. In beide schrijvers staat de natuur weliswaar meer centraal in het werk van Lawrence dan in dat van Woolf, maar de natuur is van groot belang in de creatie en representatie van personages. Door hun contact met de natuur ervaren hun personages de zelfverwerkelijking als ze hun verborgen zelf onthullen en als ze banden vinden tussen hunzelf en de natuur. Meer specifiek onderzoekt dit boek hoe Lawrence en Woolf de natuur verbeelden om de psychologie van de personages te onthullen in relatie tot hun ervaren zelfrealisatie in Lawrence's Women in Love (1920) en The Plumed Serpent (1926) en Woolf's The Voyage Out (1915) en Orlando: Een biografie (1928).