De vitamine D heeft directe en indirecte effecten die verband kunnen houden met het risico op het ontwikkelen van een reumatische ziekte of de mate van ziekteactiviteit (6). We hebben drie bewijzen die de rol van vitamine D in auto-immuunziekten ondersteunen. De eerste is de aanwezigheid van vitamine D-receptor op extra-osseuse cellen, zoals kraakbeencellen, sinoviocyten en spiercellen. Het tweede bewijs is de bewezen rol van vitamine D in de controle van de transcriptie van genen die betrokken zijn bij reumatische aandoeningen. Het derde bewijs is dat de activering van vitamine D niet alleen in de nieren aanwezig is, maar ook in monocyten-macrofagen en lymfocytische cellijnen (6). De meeste van onze patiënten 98% met verschillende reumatische aandoeningen hadden een vitamine D-tekort van minder dan 10 ng/ml (ernstig tekort) in 60/98 (61%) patiënten.