Limburg, met tekeningen en wandelkaarten. Craandijk, de dominee die van wandelen hield, deed verslag van zijn tochten in de serie Wandelingen door Nederland (1875-1888). Craandijk bezoekt kastelen bij Kessel, Valkenburg, een ruïne bij Steijn, en zelfs een verdwenen kasteel nabij Gronsveld. Hij ziet kerken en kapellen, herbergen en taveernes, beschrijft de Limburgse landschappen en noemt de heuvels bergen. Ruime aandacht krijgen ook de overblijfselen van de Romeinse tijd. Het lijkt of Craandijk al wandelend loopt te keuvelen over hetgeen hij ziet en meemaakt, waardoor de lezer het gevoel krijgt diens 'togtgenoot' te zijn. Craandijk eindigt met een bezoek aan Maastricht, waar hij de verbreding van de Brugstraat prijst, maar het verlies betreurt van 'een belangrijk antiek gebouw. "'t Was een heerlijk huis, om er donkere, geheimzinnige kamers in te fantaseren, waarin een vrek, of een menschenhater, zijn eenzaam leven sleet." Jacobus Craandijk (1834-1912) was predikant, leraar, schrijver en tekenaar. Hij was oprichter van een wandelgenootschap en deed verslag van zijn omzwervingen in de serie Wandelingen door Nederland (1875-1888). Craandijk stamde uit een oude Amsterdamse familie. De Craandijken behoorden tot de welvarende burgerij. De familie woonde 's winters in en 's zomers buiten de stad. De jonge Craandijk groeide op "deels als een wel opgevoed stedeling, deels als een vrij buitenkind." Van deze "in vrijheid gesleten jeugd," heeft Craandijk diens zin voor "buiten" opgedaan, die hem levenslang heeft gekenmerkt.
Hinweis: Dieser Artikel kann nur an eine deutsche Lieferadresse ausgeliefert werden.
Hinweis: Dieser Artikel kann nur an eine deutsche Lieferadresse ausgeliefert werden.