Het werkgeheugen verwijst naar het vermogen om informatie op te slaan en tegelijkertijd een soort cognitief veeleisende activiteit uit te voeren, zoals verbaal redeneren of begrijpen. Deze omvatten een fonologische kortetermijngeheugen (PSTM) opslagbuffer en een visuo-ruimtelijke kortetermijngeheugenbuffer, een aandachtsbroncontrolefunctie en verwerkingssnelheid. Deze studie had tot doel de invloed van de mechanismen van het werkgeheugen op het complexe zinsbegrip van kinderen te onderzoeken. De bevindingen suggereren dat kinderen tussen zeven en twaalf jaar hun werkgeheugensysteem gebruiken om bekende complexe zinnen te verwerken en te begrijpen. Dit boek kan het belang van cognitieve factoren zoals het werkgeheugen benadrukken bij het beoordelen van taal in een klinische situatie.