Gezien haar geringschattende opmerkingen over Eva, "onze eerste tere moeder", en haar beschuldiging dat Milton bedoeld moet hebben vrouwen "van hun ziel te beroven" (VRW), wordt de houding van Mary Wollstonecraft ten opzichte van haar literaire voorvader, John Milton, vaak als antagonistisch beschouwd. Wollstonecraft's relatie met de Miltonische traditie van haar tijd is echter allesbehalve rechtlijnig. Milton, die zij beschouwde als bijbels geïnspireerd en cultureel gezaghebbend, was, zoals zij wist, de waarschijnlijke basis voor bijna elk gedragshandboek, filosofisch werk of preek waarin de onderwerpen goed, kwaad of sekseverhoudingen aan de orde kwamen. Bovendien werden zijn pastorale poëzie en beroemde beelden zo vaak door hedendaagse schrijvers ontgonnen dat zijn traditie was doorgesijpeld in de taal zelf die zij moest gebruiken om haar revisionistische agenda te bevorderen. Om een dergelijke alomtegenwoordige traditie het hoofd te bieden, past Wollstonecraft meerdere retorische strategieën toe, waarbij ze zich de Miltonische traditie die ze geërfd heeft, toe-eigent, verwerpt en manipuleert. Al doende legt ze misinterpretaties en verkeerd gebruik van het oeuvre van Milton bloot, alsook revisionistische tendensen in het werk van de dichter zelf