Aan het eind van zijn leven stampte een Japanse zenboeddhistische monnik met zijn stok op de grond en reciteerde hij een doodsgedicht dat hij soms al jaren tevoren had geschreven - een traditie vanaf de dertiende eeuw. In natuurbeelden werd een alomvattende scepsis onder woorden gebracht die in de westerse poëzie pas halverwege de twintigste eeuw is te vinden. Op het ultieme moment lijken inzicht en ervaring in elkaar over te gaan. De gedichten werden geschreven in een vorm van kunstmatig Chinees en hebben lang weinig aandacht gekregen, ook in Japan. Dat veranderde door vertalingen in het Engels. Ze vormden het uitgangspunten voor de vertalingen van Gert de Jager en hij leidt de gedichten ook uitvoerig in. Daarnaast stelt hij de vraag wat er overblijft van poëzie met strakke vormkenmerken die het Nederlands vreemd zijn. De notie van een adequate vertaling moet volgens hem worden opgegeven: elke vertaler schrijft zijn eigen Chinese gedicht. Gert de Jager (1957) is dichter en essayist. Hij publiceerde sinds 2009 zes dichtbundels, waarvan vier als Gaia Chapbook, en in 2021 'Abakadabra; over Boerentijger van Tonnus Oosterhoff'.
Hinweis: Dieser Artikel kann nur an eine deutsche Lieferadresse ausgeliefert werden.
Hinweis: Dieser Artikel kann nur an eine deutsche Lieferadresse ausgeliefert werden.