Dit boek is geschreven over de veertig dagen ervaring van een verblijf in een tribaal dorp. De auteur verbleef in zo'n dorp waar hij de taal niet eens kent. Hij bouwt een band op met de mensen van de gemeenschap, verblijft in hun huizen en deelt voedsel met hen. Omdat hij de taal niet kent, gebruikt hij de participatieve instrumenten en communiceert hij via verschillende grafieken, foto's, symbolen en verschillende woorden uit verschillende talen. Dit boek richt zich voornamelijk op de vijf dimensies van de Bodo stam, te weten sociaal, cultureel, economisch, ecologisch en politiek. De auteur ging naar het dorp om de ontwikkelingsgaten, het verdriet en de maatregelen in hun samenleving te vinden, maar kwam terug met een tas vol gelukkige momenten en ervaringen. In de woorden van de auteur: "Er hangt geluk in de lucht".