Seminar paper from the year 2010 in the subject Dutch (Literature, Culture and Language), grade: sehr gut (1,0), University of Cologne (Institut für Niederlandistik), course: Proseminar "Ältere Literatur": Reuige Sünder: Beatrijs, Mariken van Nieumeghen und Brandaan, language: Dutch, abstract: Het corpus van dit onderzoek is het rond 1150 ontstane Middelnederlandse gedicht De reis van Sint Brandaan (navolgend ook afkortend de Reis genoemd), zoals het in het Comburgse handschrift overgeleverd is. Terwijl de Navigatio Sancti Brendani Abbatis - een rond 200 jaar oudere tekst binnen het grotere kader van de meer dan duizend jaar omspannende Brandaantraditie - “eigenlijk nog maar weinig belangstelling voor Hiernamaals-motieven” toont, zijn juist deze in de Reis centraal gesteld. Dat verwondert niet: De spanning tussen de wereld en het hiernamaals, tussen `Diesseits´ en `Jenseits´, is in de twaalfde eeuw overal voelbaar. Ook in de Reis is de existentiële vraag naar de uiteindelijke bestemming van de mens op de achtergrond voortdurend aanwezig; sterker nog: men zou het gedicht kunnen typeren als een eschatologische verhandeling in verhaalvorm, een twaalfde-eeuwse voorloper van Dantes Divina Commedia.5 Om plaatsredenen is het helaas niet mogelijk, de hiernamaals-thematiek van de Reis hier volledig te onderzoeken, zeker niet inclusief het “daartussen” van hemel en hel, of het nu “vagevuur”, “tussengebied” of “troisième lieu” genoemd wordt.. De scriptie is daarom beperkt op het onderzoek van de Reis-episodes met betrekking tot de hel. Het doel van het onderzoek is te proberen, in hoeverre het mogelijk is, het daar beschreven gebeuren theologisch tot enkele zo kort en precies mogelijke geloofspunten te concentreren en dus de nucleus van de eschatologische geloofsleer weer te geven zoals zij in de Reis onder woorden gebracht werd en in zoverre ze de hel betreft.