Een buitengewoon verhaal over hoe God het universum schiep volgens de duivel.
Een uniek voorbeeld van literaire archeologie door Bedrettin Simsek, dat alleen maar vergeleken kan worden met het Evangelie van Judas. Een andere, ironische kijk op het oudste verhaal ter wereld, dat ons op satirische toon vertelt over het geheime leven van de duivel.
Een roman die de gestileerde, onmiskenbare toon van de gnostici herschept, versierd met metaforen, die de rijkdom van beelden presenteert in een zuinige taal. Het heeft niet alleen diepe betekenissen, maar kan ook grappig zijn.
Het verhaal van Adam en Eva is ontelbare keren verteld door verschillende auteurs. Het was allemaal een herhaling van wat er in de heilige boeken stond. Maar deze keer zijn de rollen omgedraaid, de rol van Jezus is overgenomen door de duivel, die zijn stijl imiteert, net zo spreekt als hij, wonderen verricht, maar op de een of andere manier niet gekruisigd kan worden.
Net als Judas Iskariot, die zijn reputatie wilde herstellen in het pas ontdekte Evangelie van Judas, presenteert de duivel, die altijd wordt beschuldigd maar zichzelf nooit mag verdedigen, ons in dit werk zijn eigen Bijbel. Hij vertelt ons de waarheid vanuit zijn eigen perspectief en toont de moed om tegen God in te gaan en te zeggen: “Nee, dat is niet wat er gebeurd is, dit is wat er gebeurd is”.
Op deze manier, terwijl na eeuwen duidelijk wordt waarom God een verbod plaatste en waarom dit verbod werd overtreden, beantwoordt de duivel zelf de vragen die door de heilige boeken en de profeten onbeantwoord zijn gelaten.
Voor wie echte literatuur van intellectuele waarde mist.
Een uniek voorbeeld van literaire archeologie door Bedrettin Simsek, dat alleen maar vergeleken kan worden met het Evangelie van Judas. Een andere, ironische kijk op het oudste verhaal ter wereld, dat ons op satirische toon vertelt over het geheime leven van de duivel.
Een roman die de gestileerde, onmiskenbare toon van de gnostici herschept, versierd met metaforen, die de rijkdom van beelden presenteert in een zuinige taal. Het heeft niet alleen diepe betekenissen, maar kan ook grappig zijn.
Het verhaal van Adam en Eva is ontelbare keren verteld door verschillende auteurs. Het was allemaal een herhaling van wat er in de heilige boeken stond. Maar deze keer zijn de rollen omgedraaid, de rol van Jezus is overgenomen door de duivel, die zijn stijl imiteert, net zo spreekt als hij, wonderen verricht, maar op de een of andere manier niet gekruisigd kan worden.
Net als Judas Iskariot, die zijn reputatie wilde herstellen in het pas ontdekte Evangelie van Judas, presenteert de duivel, die altijd wordt beschuldigd maar zichzelf nooit mag verdedigen, ons in dit werk zijn eigen Bijbel. Hij vertelt ons de waarheid vanuit zijn eigen perspectief en toont de moed om tegen God in te gaan en te zeggen: “Nee, dat is niet wat er gebeurd is, dit is wat er gebeurd is”.
Op deze manier, terwijl na eeuwen duidelijk wordt waarom God een verbod plaatste en waarom dit verbod werd overtreden, beantwoordt de duivel zelf de vragen die door de heilige boeken en de profeten onbeantwoord zijn gelaten.
Voor wie echte literatuur van intellectuele waarde mist.