Malte Lottmann was gedoemd om te sterven. De douanerechercheur wist dat hij verloren had. Zijn smartphone was verdwenen, net als zijn dienstwapen. Bovendien was er niemand in de buurt die hem had kunnen helpen. Natuurlijk waren er kraanmachinisten en schippers in de buurt. Maar kon hij die vertrouwen? Lottmanns tegenstanders betaalden overal in de haven steekpenningen. Je wist nooit wie van hen omgekocht was. Deze mensen werden betaald om de andere kant op te kijken, zelfs in het geval van moord. Hij liep over de uitgestrekte containerwerf. Midden in de nacht was het hier een drukte van belang, want de haven van Hamburg was een perfecte 24-uurs machine. Wat Lottmann het meest irriteerde, was zijn eigen domheid.