In deze studie werd het begrip van rechthoekige vaste lichamen van kleine kubussen door middel van gelijke deelactiviteiten met betrekking tot kubusgebouwen onderzocht. Er werd gebruik gemaakt van een quasi-experimenteel ontwerp. In de eerste fase werden er individuele klinische interviews afgenomen om het niveau van functioneren te beoordelen, zowel in concrete als in picturale situaties. In de tweede fase werden ruimtelijke constructies gelijkelijk verdeeld door middel van tekeningen, betonnen gebouwen, losse kubussen en gekleurde pennen. In de laatste fase werden postklinische interviews afgenomen om hun verbeteringen te onderzoeken. De studenten gebruikten drie verschillende conceptualisaties voor kubusarrays, afhankelijk van wat ze als eenheid hebben gevormd en hoe ze het hele gebouw hebben gestructureerd. Aanvankelijk werd hun structurering afgeleid door de complexiteit van de gebouwen en geen van hen gebruikte consequent dezelfde strategieën voor alle problemen. Tijdens de instructie vertoonden ze dezelfde drie conceptualisaties. Na de instructie gebruikten alle studenten consequent gelaagde strategieën, ongeacht de complexiteit van de gebouwen. Gelijke verdelingssituaties maakten de weg vrij voor het vaststellen van eenheden, samengestelde eenheden en unit iteratie.